Mensen met voldoende bevlogenheid om een benefiet te organiseren ontberen wel eens de zelfbeheersing om daarbij een gebalde speech te brengen. Enerzijds is dat charmant; liever een klungelig woordje uit het hart dan een zakelijk betoog zonder ziel. Anderzijds doen enkele schrijftips die ziel ook geen kwaad. Daarom presenteer ik hier mijn vijf warmste tips tégen de warrigste speech:
- Hou het kort.
- Eindig met een call-to-action.
- Hou het persoonlijk, maar niet té persoonlijk.
- Adem.
- Wees voorbereid.
1) Hou het kort
Recto verso is te lang. Bedenk wat het doel is van de tekst. Doorgaans wil je hoogstens drie dingen: de deelnemers verwelkomen, de werking van het benefiet uitleggen en het goede doel vermelden. Vooral bij dat laatste stukje gaan vaak de remmen los. De core business van het goede doel toelichten betekent niet alle activiteiten van de laatste tien jaar inventariseren. De bestaansreden vermelden is niet hetzelfde als de ontstaansgeschiedenis schetsen van de eerste benevelde brainstorm in café Amedee tot het vastleggen van de statuten op de eerste bestuursvergadering van 31 maart 2009 om 6 uur ’s avonds (of was het nu over de middag in het weekend? Het was alleszins een bijzonder zonnige lentedag; ik weet het nog goed). En de trekkers van een project bedanken doe je best zonder de ganse organisatiestructuur uit de doeken te doen.
Hierbij aansluitend: als je verschillende specifieke personen wilt bedanken, laat dan geen pauzes tussen de namen. De meute zal waar mogelijk dwangmatig applaudisseren en niets is zo vervelend als een wederkerend, doch steeds korter en doffer applaus.
Mensen komen niet voor de speech, maar willen spaghetti eten, samen zingen of lachen met stand-up comedy. Hou het dus kort, maar krachtig. En ja, ik ben mij ervan bewust dat dit de langste tip in het lijstje is.
2) Eindig met een call-to-action
Je staat voor een mensenmassa die bereid is om geld te geven. Herinner hen daaraan. Vertel hen hoe ze geld kunnen geven. Maak dat idealiter ook zo eenvoudig mogelijk. Bedank hen daarvoor.
3) Hou het persoonlijk, maar niet té persoonlijk
De kans is groot dat die mensenmassa bestaat uit familie, collega’s, vrienden en vrienden van vrienden. Het moet dus niet te formeel en wees vooral jezelf, ook in je schrijf- en spreekstijl. Omgekeerd laat je best de mopjes achterwege die alleen een bulderlach kunnen uitlokken bij je exclusieve vriendenkliek. Ze zullen overigens niet lachen, je vrienden; ze zullen niet durven. Zoals ze in café Sport in Brugge zouden zeggen: laat de kiwi’s maar zitten! Haha, hè, weet je nog, Koen en Brecht? Neen? Euh, hoe dan ook…
4) Adem
Als je net als mij een beetje nerveus wordt van publiek spreken, loop je het risico op ratelen. Je bent namelijk bang om stiltes te laten. Stiltes voelen voor het publiek nochtans heel naturel aan en laten je toehoorders toe om te verwerken wat je net vertelde. Bovendien geven stiltes jou tijd om diep adem te halen. Het leuke van ademen is dat er zuurstof naar je hersenen gaat. Ik ben geen dokter, maar dat schijnt wel goed te zijn.
5) Wees voorbereid
Heb je nood aan een volledig uitgeschreven tekst? Prima! Schrijf het uit, idealiter in een groot lettertype, met witregels (weet je nog van dat ademen?) en eventueel met markeringen waar je klemtonen wilt leggen. Werk je beter met een lijst van puntjes die je wilt vertellen? Even goed. Wat voor jou werkt, werkt voor jou (weet je nog van dat persoonlijke?). Maar bereid het wel voor. Zo verlies je jezelf niet in details (weet je nog van dat kort houden?) en houd je het doel voor ogen (weet je nog van die call-to-action?).
Veel warmte toegewenst! En geld. Dat ook.